Dit is IRM

Binnen Integraal Riviermanagement (IRM) werken het Rijk, provincies, waterschappen en gemeenten de komende decennia aan een toekomstbestendig rivierengebied. Dat als systeem goed functioneert en meervoudig bruikbaar is. Zo zorgen we er zo goed als mogelijk voor dat het veilig wonen en werken blijft in het rivierengebied. Dat rivieren bevaarbaar blijven. Dat de natuur zich kan ontwikkelen en de ecologische waterkwaliteit kan herstellen. Dat we voldoende zoetwater en drinkwater beschikbaar houden. En dat er ruimte blijft voor economische ontwikkeling en ruimtelijke kwaliteit.

Rijk en regio werken samen aan Integraal Riviermanagement
Scheepvaart op de Lek

Laatst gewijzigd: 13 augustus 2024

We krijgen in Nederland in toenemende mate te maken met zeer warme, natte én droge periodes, die in het rivierengebied zorgen voor extreem hoogwater en ook voor periodes met langduriger, extreem laagwater. Deze hoogwaterpieken en watertekorten bedreigen de waterveiligheid, zoetwatervoorziening, natuur en ecologische waterkwaliteit, scheepvaart en economische ontwikkeling.

Rijk en regio samen aan de slag

Daarom moeten we als overheden samen aan de slag om het rivierengebied toekomstbestendig te maken én te houden voor volgende generaties. In samenspraak met maatschappelijke organisaties.

Dit begint met de aanpak van de steeds verdergaande rivierbodemdaling, door onder meer te stoppen met ontgrondingen in de hoofdgeul van de rivier. Ook moeten we ervoor zorgen dat we de waterafvoer bij hoogwater en laagwater goed kunnen blijven regelen. Hiervoor staat nieuw rivierenbeleid in het Ontwerp Programma Integraal Riviermanagement (IRM) dat we in 2024 vaststellen.

De komende decennia werken en voeren we het nieuwe rivierenbeleid samen verder uit. Lees meer over de volgende fase.

IRM in vier minuten

Meer weten over waarom IRM nodig is en welke keuzes we maken in het Programma IRM? Bekijk de animatie:

Plangebied

De rivieren Maas en Rijn zijn een samenhangend riviersysteem. Als we ingrijpen op één plek in dit systeem, dan heeft dit ergens anders gevolgen. Het Programma IRM richt zich primair op het hoofdsysteem Maas en Rijn, waarbij de invloed hiervan op het regionale systeem (zoals de kanalen) en andersom expliciet onderdeel zijn van de zogeheten effectbeoordeling en daarmee van de gemaakte keuzes in het Programma IRM.

Het plangebied van IRM beslaat:

  • de Maas vanaf de grens tot Geertruidenberg, inclusief de afgedamde Maas;
  • de Boven-Rijn, Waal en Boven-Merwede vanaf de Nederlandse grens tot aan de splitsing van de Beneden-Merwede en Nieuwe Merwede bij Boven Hardinxveld-Werkendam;
  • het Bijlandsch en Pannerdensch Kanaal, de Nederrijn en Lek tot Schoonhoven;
  • de IJssel en het Reevediep tot het Ketelmeer en Vossemeer;
  • de Overijsselse Vecht vanaf Varsen tot het Zwarte Water;
  • het Zwarte Water vanaf de Keersluis Zwolle tot het Zwarte Meer.

Dit ‘plangebied’ is het gebied waar de opgaven voor IRM liggen en waar, op basis van de latere gebiedsuitwerkingen, de komende decennia maatregelen genomen kunnen worden voor die opgaven.

Download kaart plangebied

Beïnvloedingsgebied

Het beïnvloedingsgebied van IRM strekt zich verder uit dan het rivierengebied zelf en beslaat naast het regionale watersysteem en de kanalen ook het IJsselmeer (inclusief noordelijke provincies die van de zoetwatervoorraad afhankelijk zijn) en de Hoge Zandgronden (via het grondwater).

Stroomgebieden over de grens

De Rijn en Maas beginnen natuurlijk niet pas bij de Nederlandse grens. De IRM-opgaven in Nederland zijn dan ook niet los te zien van de opgaven in onze buurlanden. Zowel een tekort als een overschot aan water in onze rivieren is afkomstig van onze buurlanden. We stemmen de ambities en doelstellingen van IRM en geplande aanpassingen dan ook af in bestaande internationale overleggen.

Afstemming met andere programma’s in het rivierengebied

Naast IRM zijn er meer programma’s die in het rivierengebied werken aan ‘water’ of ‘natuur’. Dat zijn onder meer de Programmatische Aanpak Grote Wateren, het Hoogwaterbeschermingsprogramma, het Deltaprogramma Zoetwater en de gebiedsgerichte Deltaprogramma’s Rijn, Maas, Rijnmond-Drechtsteden, Zuidwestelijke Delta en IJsselmeergebied.

IRM zet in op het zo goed mogelijk laten functioneren van de rivieren om zoveel mogelijk recht te kunnen blijven doen aan de rivierfuncties waaraan eerdergenoemde programma’s werken. Omgekeerd zoekt IRM deze programma’s op, om ervoor te zorgen dat de maatregelen die zij voor ‘hun’ rivierfunctie nemen in het rivierengebied, optimaal bijdragen aan een goed werkend riviersysteem.

Zo is IRM georganiseerd