Eerste fase IRM

De komende jaren werkt IRM de twee beleidskeuzes voor afvoercapaciteit en bodemligging verder uit. Ook brengen we in beeld welke ruimte buiten- én binnendijks nodig is om dit beleid de komende decennia uit te voeren. Die maatregelen en acties leggen we vast in zogenoemde uitvoeringsstrategieën, die we in de tweede fase van IRM uitvoeren. Hoe we de komende decennia efficiënt integraal samenwerken, (inter)nationaal en regionaal, werken we ook de komende jaren uit.

In gesprek tijdens IRM-bijeenkomst 14 december 2022 in Den Bosch
In gesprek tijdens tijdens IRM-bijeenkomst 14 december 2022 in Den Bosch

Laatst gewijzigd: 13 augustus 2024

IRM werkt tot en met 2029 in twee stappen naar de concretisering van het nieuwe rivierenbeleid. In 2026 leveren we eerste tussenresultaten op (zie kader onderaan deze pagina) ten behoeve van de herijking van de Deltabeslissing Rijn-Maasdelta en de Voorkeurstrategie Rivieren van het Nationaal Deltaprogramma. Een belangrijk resultaat is dan de verder uitgewerkte beleidskeuzes met de benodigde ruimte. Deze worden eind 2027 ook vastgelegd in het Nationaal Waterprogramma 2028-2033.

In 2029 ligt er vervolgens een herijkt Ontwerp Programma IRM met:

  1. De in 2026 opgeleverde beleidskeuzes met ruimtevraag, nader uitgewerkt in concrete en onderbouwde maatregelpakketten voor de eerste zes jaar (2030-2035) inclusief de benodigde ruimte met eventuele nieuwe Bkl-reserveringen (Besluit kwaliteit leefomgeving);
  2. Uitvoeringsstrategieën voor Rijn, Maas en nationaal;
  3. (Inter)nationale afspraken over onder andere integrale programmering, financiering en prioritering voor verdere samenwerking.

Splitsingspuntengebied en Gemeenschappelijke Maas

Om al in 2026 een scherper beeld te hebben van benodigde ruimte om het rivierenbeleid uit te kunnen voeren, met name voor de binnendijkse locaties en in relatie tot andere ruimtevragers, ontwikkelt IRM in het vierde kwartaal van 2024 werkhypotheses: voorlopige uitgangspunten voor de bodemligging en de afvoerverdeling bij zowel hoog- als laagwater. Deze hypotheses toetsen we vervolgens in het rivierengebied om zicht te krijgen waar knelpunten optreden en waar niet. Op basis daarvan doet IRM ontwerpend onderzoek, waarbij we scenario’s ontwerpen en beoordelen. Resultaten nemen we onder andere mee in de uitwerking van de beleidskeuzes.

De komende twee jaar concentreert IRM zich op het Splitsingspuntengebied en de Gemeenschappelijke Maas. In beide gebieden komen beide beleidskeuzes en verschillende rivierfuncties die het nieuwe beleid bedient samen: waterveiligheid, de beschikbaarheid van zoetwater en drinkwater, natuur en ecologische waterkwaliteit, bevaarbaarheid en regionale economische ontwikkeling en ruimtelijke kwaliteit.

Voorontwerp Nota Ruimte

Om de benodigde ruimte voor uitvoering van het nieuwe rivierenbeleid concreter in beeld te brengen heeft het ministerie van IenW onder andere op dit punt dit voorjaar input geleverd voor het Voorontwerp Nota Ruimte dat in juni 2024 door minister De Jonge naar de Tweede Kamer is gestuurd. Het voorontwerp is een eerste ruimtelijke vertaling van de opgaven voor Nederland richting 2050, met een doorkijk naar 2100.

Van systeemkeuzes naar gebiedsuitwerkingen en projecten

Op basis van de kaderstellende systeemkeuzes die in 2026 gereed zijn maakt IRM uitvoeringsstrategieën voor de Rijn en de Maas. De maatregelenpakketten per gebied die hieruit voortkomen programmeert IRM vervolgens in lopende en nieuwe projecten.

Bij lopende rivierprojecten beoordeelt IRM of er nog extra kansen zijn of dat er misschien scopewijzigingen nodig en mogelijk zijn. Afhankelijk van de fase waarin een project zit. Is een project vergevorderd zoals het Rivierklimaatpark IJsselpoort dan is het natuurlijk belangrijk niet te vertragen en door te gaan met het project. IRM blijft ‘verbouwen met de tent open’, tenzij dit op systeemniveau voor problemen zorgt. De kaders die IRM ontwikkelt bieden houvast bij het beoordelen of er geen werkzaamheden gepland zijn waarvan we later spijt krijgen.

Afstemming met lopende projecten vindt gedurende het gehele proces plaats. IRM toetst plannen met de rivierprojecten en neemt bevindingen mee bij de uitwerking van het beleid. Dat is een continue wisselwerking.

Samenwerking en besluitvorming

Efficiënt integraal samenwerken in het rivierengebied wordt belangrijker dan ooit. Het Rijk is formeel eigenaar en initiatiefnemer van het Programma IRM. Samen met de provincies en waterschappen, in afstemming met gemeenten en in samenspraak met maatschappelijke organisaties, werkt zij de komende jaren de plannen verder uit. Onderdeel van deze plannen is ook hoe we de komende decennia (inter)nationaal en regionaal samenwerken.

De bestuurlijke tafels van IRM dienen niet alleen voor besluitvorming over IRM. Zij bieden ook een platform om breder het gesprek te voeren over opgaven in het rivierengebied. Alle relevante partijen zitten hier immers al aan tafel.

Inspraak door burgers en ondernemers

Op dit moment is het beeld dat participatie met bewoners en ondernemers na 2029 plaatsvindt vanuit de uiteindelijke projecten, omdat vanaf dan individuele belangen zichtbaar worden. Mocht dit eerder van toepassing zijn dan wordt participatie met individuele belanghebbenden vanzelfsprekend eerder opgestart. Op het herijkte Ontwerp Programma IRM is, naar verwachting in 2029, vanzelfsprekend weer inspraak mogelijk.

~ Lees het interview met Liesbeth Schipper over het vervolg van IRM en met Sascha Oskam over participatie in de volgende fase ~

Besluiten en resultaten 2026

In 2026 levert IRM het volgende op:

Voor de beleidskeuze bodemligging en sedimenthuishouding:

  • uitgewerkte beleidskeuze rivierbodemligging en sedimenthuishouding
  • vaststellen mogelijkheid en haalbaarheid afvoerverdeling laagwater
  • het type maatregelen per riviertraject

Voor de beleidskeuze afvoercapaciteit en benodigde ruimte:

  • duidelijkheid over bestaande Bkl-reserveringen (in 2029 voor eventuele nieuwe reserveringen)
  • besluit over houdbaarheid ‘Lek ontzien’ na 2050 (hoogwater)
  • bijgewerkt beleid systeemmaatregelen Maas
  • uitgewerkte beleidskeuze voor afvoer- en bergingscapaciteit met een richtinggevende uitspraak over rivierverruiming
  • de belangrijkste knelpunten en het type benodigde maatregelen per riviertraject
  • een nadere aanscherping van de (binnendijkse) ruimtevraag

Regionale uitwerkingen:

  • nieuwe kaders voor de gebiedsuitwerkingen Splitsingspuntengebied en Gemeenschappelijke Maas
  • tussenresultaten uitwerking samenhang zijrivieren en hoofdwatersysteem (Rijn en Maas)
  • versterkt praktijknetwerk: community gericht op leren en samenwerken

Ten behoeve van integraal samenwerken:

  • nieuwe spelregels (financiering en procedures) om sectorale programma’s beter op elkaar af te stemmen
  • uitgewerkt werkproces voor de samenwerking met Duitsland en België