Hoe krijgen we rivierbodemherstel voor elkaar?
10 oktober 2023; voor Grand Café Bellevue zetten graafmachines hun tanden in de dijk. Een beetje afgraven is hier de voorbode van verhogen en versterken. Dit stukje dijk maakt deel uit van het 2,3 km lange traject dat Waterschap Rivierenland aanpakt om Tiel tot in decennia te vrijwaren van overstroming van de Waal. Dijkversterking stad Tiel heet het project dat op haar beurt deel uitmaakt van het Hoogwaterbeschermingsprogramma (HWBP) dat tot en met 2050 in totaal 1500 km dijken zal verhogen en versterken. Het HWBP is niet de reden waarom het IRM praktijknetwerk hier neerstrijkt. Het zijn de langsdammen die Rijkswaterstaat zo’n tien jaar geleden als experiment bij Wamel heeft aangelegd.
De discussie zal onder meer gaan over de bijdrage die de langsdammen kunnen leveren aan het concentreren van water in de vaargeul bij droogte en het stoppen van erosie van het rivierbed. Een bezoek aan de langsdammen staat voor de middag op het programma en dat is geen straf. Het mag dan oktober zijn, maar de zon schijnt alsof het augustus is.
Werk aan de winkel
Voor een gehoor van ongeveer veertig vertegenwoordigers van overheden, belangenorganisaties en bedrijven legden Ralph Schielen en Arno de Kruif (Rijkswaterstaat en TU Delft) de kennisbasis met hun overzicht van oorzaken en grote gevolgen van rivierbodemerosie. Met een snelheid van ongeveer 3 cm per jaar is het rivierbed de laatste decennia met zeker 2 meter gedaald. De gevolgen zijn groot. Natuur verdroogt en verschraalt, de scheepvaart wordt toenemend belemmerd door aangelegde harde lagen die niet met de rivier meedalen en de beschikbaarheid van zoetwater voor het achterland via grondwaterstromen neemt af.
Het gezelschap vindt het terecht dat IRM het stoppen en keren van de rivierbodemerosie als speerpunt van het programma maakt. Of, zoals Saskia van Vuren (Rijkswaterstaat en Staf Deltacommissaris) het verwoordt, “werk aan de winkel”. Saskia gaf een overzicht van onderzoeken die zijn uitgevoerd naar het mechanisme van rivierbodemdaling, de invloed van klimaatverandering hierop en mogelijke oplossingsrichtingen.
Nu het fundament is gelegd is het tijd om in te zoomen op opgedane ervaringen.
Schrapen van harde lagen
Rico Tönis ervaart als rivierbeheerder Rijkswaterstaat de beperkingen die de rivierbodemerosie vooral bij laagwater met zich meebrengt. Een eerste stap om het tij te keren is het aanpassen van de harde lagen en het inbrengen van sediment in het riviersysteem. Maar de schaal waarop dat tot nog toe plaatsvindt is onvoldoende om het probleem op te lossen. Een andere strategie om laagwaterproblematiek en erosie te lijf te gaan is het vervangen van kribben in de rivier door langsdammen. Dammen dus die in de stroomrichting worden gelegd in plaats van haaks op de stroomrichting.
Henk Eerden is de motor achter het samenwerkingsverband WaalSamen! dat tien jaar geleden als proef 10 km aan langsdammen bij Tiel en Wamel heeft aangelegd. De ervaringen zijn bemoedigend. Bij laagwater concentreren de langsdammen het water in de vaargeul, wat gunstig is voor de scheepvaart. De langsdammen blijken ook tot sedimentatie aan te zetten, aangezien de rivierbodem hier omhoogkomt. De geulen tussen de langsdammen en de oever ontwikkelen zich als waardevolle natuur. Waterplanten vestigen zich er evenals vissoorten als Elft en Rivierprik en de Bataafse mossel. Scheepsgeluiden dringen mondjesmaat in de geulen door en vermoed wordt dat dit de vestiging van vissen mede bepaalt.
Een keten van nevengeulen
De langsdammen passen in het plan van het Wereldnatuurfonds en ARK rewilding Nederland in het kader van Ruimte voor Levende Rivieren. Alphons van Winden licht Ruimte voor de Middenafvoeren toe, een kralensnoer van meestromende nevengeulen tussen Nijmegen en Tiel gecombineerd met kadeverlaging om de sterk afgenomen overstromingsdynamiek in de rivier te herstellen. Dit concept zal zowel de scheepvaart, waterveiligheid, natuur en recreatie dienen, is zijn stellige overtuiging. Jos Rademakers van ARK toont ’s middags aan de oever van de Waal waar een van de nieuwe nevengeulen moet komen. Het gebiedsplan Uiterwaarden Wamel, Dreumel, Heerewaarden is al ter visie gelegd. Het plan moet ertoe leiden dat grondwaterstanden weer meer met de rivier mee gaan wisselen en dat uiterwaarden regelmatiger overstromen. De verwachting is dat planten en dieren die aangepast zijn aan dergelijke dynamische omstandigheden dan terugkeren en uitwisseling van soorten tussen rivier en uiterwaarden wordt hersteld.
Voortdurend aandacht nodig
Terug van het pontje van Wamel wordt in Grand Café Bellevue de balans opgemaakt. De discussie gaat over de haalbaarheid en betaalbaarheid van uitvoeren en onderhouden van maatregelen voor rivierbodemherstel. Maar dat het uitslijten van de rivierbodem hoe dan ook moet worden gestopt is voor ieder zonneklaar. Het uitslijten van de rivierbodem en de gevolgen daarvan is in kleine – deskundige kring – al jaren bekend. Het blijvend voor het voetlicht brengen is door hen als moeilijk ervaren. Initiatieven om het tij te keren komen moeizaam van de grond. Misschien komt dat omdat het een onzichtbaar – zich onder water afspelend – probleem is. Het is daarom moeilijk om in wijdere kring hier aandacht voor te krijgen.
Het feit dat IRM het stoppen van erosie en het herstellen van de rivierbodem als fundament ziet voor het vormgeven aan een toekomstbestendig rivierengebied is daarom bemoedigend. En zo wordt ook deze praktijknetwerkdag ervaren. In navolging van deze dag zou halfjaarlijks een bijeenkomst rondom dit thema georganiseerd moeten worden, om kennis, ervaring en netwerk in stand te houden, maar ook urgentie en voortgang te stimuleren.