Integrale suppletie Gemeenschappelijke Maas
Hoe brengen we de rivierbodem van de Gemeenschappelijke Maas omhoog met zand en grind? Hoe doen we dat slim en duurzaam? En welke kansen zijn er voor integrale, gebiedsgerichte samenwerking? Denk aan hoe we materiaal dat vrijkomt uit werken langs de Maas kunnen gebruiken voor het ophogen van de rivierbodem. Dit onderzoeken we in het pilotproject Integrale suppletie Gemeenschappelijke Maas.
Kennis rivierbodem
In het Programma onder de Omgevingswet voor IRM leggen we beleidskeuzes vast voor de rivierbodemligging, sedimenthuishouding en waterafvoer. Die zijn straks leidend voor het gebiedsgerichte vervolg van IRM.
Om nu vast meer te leren over hóe we de rivierbodem kunnen ophogen, doen we ervaring op in de Gemeenschappelijke Maas. Zo kunnen we straks op grotere schaal aan de slag in het rivierengebied. We doen een vergelijkbare pilot in de Midden-Waal. Via deze twee pilotprojecten ontdekken we hoe we ons toekomstige, integrale rivierbodembeleid in de praktijk vormgeven.
Actie is nodig
Het rapport Systeembeschouwing Rijn en Maas maakt onder meer duidelijk dat we snel iets moeten doen tegen verdere daling van de rivierbodem. En dat die rivierbodem op sommige plaatsen ook snel omhoog moet.
Tijdens het hoogwater van 2021 werd dat in de Maas pijnlijk zichtbaar. Kabels en leidingen kwamen bloot te liggen, veerstoepen werden verwoest en oeverbestortingen werden ondergraven. Hierdoor werd de stabiliteit van waterkeringen bedreigd en ontstonden gevaarlijke situaties. Ook de natuur en de landbouw hadden (en hebben) last van een te lage rivierbodem.
Ervaring opdoen met aanpak bodemdaling
De rivierbodem is bepalend voor hoe ons riviersysteem werkt. Vrijwel zeker zal ophoging van de rivierbodem een van de systeemmaatregelen zijn om ons riviersysteem toekomstbestendig te maken. Daarom willen we hiermee nu al praktijkervaring opdoen. Ook omdat het vaak langer duurt voor we effecten van riviermaatregelen merken.
Gaat de rivierbodemdaling door, dan gaan ecologische waarden voorgoed verloren en wordt de kans op schade aan bruggen en andere bouwwerken steeds groter. Door vast kennis en ervaring op te doen met suppleren, kunnen we op termijn niet alleen langs de Gemeenschappelijke Maas opschalen, maar bijvoorbeeld ook langs de Rijn.
Wat gaan we doen?
We hogen de rivierbodem over een klein riviertraject op door zand en grind toe te voegen (suppletie).
Blijkt het toevoegen van zand en grind inderdaad een veelbelovende maatregel, dan kunnen we met het grootschalig toepassen ervan tijd winnen om goed na te denken over de aanpak van de oorzaken van de bodemdaling.
Blijkt het toevoegen van zand en grind niet de beste oplossing? Dat is niet erg. We doen namelijk niets ‘onherroepelijks’ en kunnen deze maatregelen makkelijk ongedaan maken.
Dit willen we leren
Welke toevoegingen van zand en grind zorgen voor de juiste effecten? En hoe houden we de rivierbodem vervolgens op de juiste hoogte? Hoe brengen we zand en grind aan in gebieden met weinig ruimte en in drukke vaargeulen? Hoe doen we dat op een duurzame manier?
Met suppletie in de Gemeenschappelijke Maas willen we:
- verdere rivierbodemerosie voorkomen
- rivier- en grondwaterstanden bij laag water opstuwen
- erosieschade aan objecten, infra en oevers voorkomen
- de typische grindriviernatuur herstellen en verrijken
- kennis opdoen over suppletie en hergebruik van sediment dat vrijkomt bij onderhoud aan en verruiming van rivieren op andere plekken
Waar gaan we aan de slag?
We gaan in vier gebieden aan de slag langs de Gemeenschappelijke Maas: in Meers, Grevenbicht, Berg en Borgharen.
Planning
Het uitvoeringsplan is klaar; nog niet al het uitvoeringsbudget is toegekend. Het project duurt circa drie jaar, waarna we effecten vijf tot tien jaar monitoren. Deze pilot sluit naast bij IRM aan bij verschillende programma’s: Kaderrichtlijn Water, Natura 2000 en herstelwerkzaamheden hoogwater 2021.