Over consensus machines en opgavetrechters
De dag na Pasen streek het Praktijknetwerk IRM neer in het Noord-Limburgse Arcen voor haar vierde bijeenkomst. Gebiedsregisseur Kees-Jan van den Herik van Waterschap Limburg gidste per e-bike de deelnemers langs de vier uiterwaarden van het project Vierwaarden. Veldbezoek bleek opnieuw een katalysator voor het delen van ervaringen met integrale gebiedsontwikkelingen en ideeën over het kader dat IRM hiervoor zou kunnen bieden.
Terugblik als vaste prik
Wat kan IRM leren van lokale integrale projecten en welk comfort kan IRM dergelijke projecten in de toekomst bieden? Om deze vragen draait het praktijknetwerk en elke netwerkdag borduurt voort op de vorige. Vandaar dat de ochtend werd begonnen met een terugblik op de derde Praktijknetwerkdag in Kekerdom. Op die dag stond zelfrealisatie centraal en werd afgezet tegen projecten onder overheidsregie. Het zou mooi zijn als IRM het fundament biedt om het beste van beide aanpakken te verenigen. Complexiteit, adaptatie en lange duur zijn kenmerken van IRM en blijken obstakels voor het bedrijfsleven om het initiatief te nemen.
Consensus machine
Maar “het is vooral de stapeling van bureaucratieën die projecten parten speelt”, zegt Koos Beurskens, programmamanager Deltaprogramma Maas. Koos legt uit hoe in de Maas de sectorale hobbels zijn geslecht door het organiseren van – zoals hij dat noemt – ‘bestuurlijke consensus machines’. De consensus machine maakte de weg vrij voor de ontwikkeling van integrale projecten. Als IRM een oplossing biedt voor de stapeling van bureaucratieën - door de diverse rijksopgaven te synchroniseren en harmoniseren - dan worden lokale en regionale consensus machines overbodig en kan voortvarender aan het rivierengebied worden gewerkt. En dat is nodig.
“Het sneller veranderen van het klimaat, de door inflatie oplopende kosten en de krappe arbeidsmarkt vergroot de noodzaak voor synergie en efficiëntie.”Koos Beurskens, programmamanager Deltaprogramma Maas
Waar Koos het heeft over stapeling van bureaucratieën spreekt Kees-Jan van den Herik over ‘trechters van de verschillende opgaven’. Iedere opgave duwt een project in een trechter van specifiek tempo en eisen. Ervaring in de ‘Verkenning, dijkversterking, rivierverruiming en gebiedsontwikkeling Vierwaarden’ leert dat de diverse trechters in de loop der tijd eerder uiteen gaan lopen dan bij elkaar komen. Integratie van opgaven wordt daardoor gaandeweg moeilijker. Kees-Jan pleit daarom voor één plan met één ontwerp en één budget aan de voorkant. Dat komt dichtbij wat Koos synergie en harmonisatie noemt; harmonisatie in tijd, financiering en verantwoording.
Verbinding met regionaal watersysteem
Naar aanleiding van de overstroming van de Limburgse Geul zomer 2021 bepleitte de Beleidstafel wateroverlast en hoogwater voor meer samenhang in aanpak tussen het regionale watersysteem en de grote rivieren. In de IRM pilot ‘Hoogwaterveiligheid ’s Hertogenbosch, Crevecoeur’ is dit aan de orde. De opgave is om 50 miljoen m3 water uit Dommel en Aa in en om Den Bosch op te vangen en te geleiden naar de Maas. Daarbij wordt ruimte voor water gezocht in een gebied waar ook ruimte nodig is voor onder andere natuur, energietransitie en wonen. Bas de Boer van Waterschap Aa en Maas deelde de ervaringen met de zoektocht naar integrale oplossingen en met de selectie van 11 deelprojecten uit 50 ideeën.
Het POW en een afscheid
Na het projectbezoek wordt tijd ingeruimd voor intervisie en reflectie. Het praktijknetwerk vraagt zich af of het voorliggende POW (de zogenaamde 80% versie) wel duidelijk genoeg is en voldoende kaders biedt om de nodige ontwikkelingen in het rivierengebied in gang te zetten. Een vraag waar de Stuurgroep IRM zich op 20 april over buigt. Eén ding is duidelijk, Sonja Seuren zal niet meer bijdragen aan het POW als ambtenaar bij de Provincie Gelderland. En die bijdrage is groot en belangrijk geweest. Sonja is namelijk vanaf nu met pensioen. Haar kans komt pas weer bij de inspraak. Hopelijk komen we Sonja dan weer tegen of ergens in het rivierengebied.