Stuurgroep geeft groen licht voor vervolgfase IRM

Voor de Boeg

Vorige week stemde de stuurgroep IRM in met het concept definitief Programma onder de Omgevingswet voor IRM. En daarmee met het nieuwe rivierenbeleid voor rivierbodemligging en sedimenthuishouding en voor afvoer- en bergingscapaciteit. De komende jaren werkt IRM dit beleid verder uit. De stuurgroep stemde op hoofdlijnen in met de plannen voor deze vervolgfase. Interim programmamanager IRM Marieke Hofstra praat iedereen in deze nieuwe Voor de Boeg weer bij.

Marieke Hofstra
Marieke Hofstra

Wat een mooie mijlpaal, de definitieve instemming van de stuurgroep IRM met de plannen voor de inrichting van het rivierengebied in het Programma IRM. We kijken nog naar één passage over de Nota Ruimte en dan is het programma echt afgerond. Na de zomer leggen we het vervolgens met een positief advies van de stuurgroep voor aan de minister van Infrastructuur en Waterstaat (IenW), de staatssecretaris van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur (LVVN) en de minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (VRO). In het Hoofdlijnenakkoord onderschrijft het nieuwe kabinet het belang van de opgaven waaraan IRM werkt. Het beeld is dat het Programma IRM, zoals we dat nu hebben afgerond, past bij de ambitie die het kabinet heeft uitgesproken in het hoofdlijnenakkoord.

Waardevolle lessen en inzichten

Met het definitieve Programma IRM ronden we een intensieve fase af. Een fase waarin we veel geleerd hebben over ons riviersysteem. Over het belang van het stabiliseren en eventueel omhoog brengen van de rivierbodem. Over de kansen die een aangepaste inrichting van dit systeem biedt voor belangrijke rivierfuncties als bevaarbaarheid, zoetwater, waterveiligheid, natuur en ruimtelijke- en economische ontwikkeling. En ook een fase waarin we geleerd hebben hoe belangrijk het in het rivierengebied is om als Rijk en regionale partijen integraal samen te werken en dat dat niet altijd makkelijk is. We hebben met deze samenwerking een basis gelegd voor het vervolg.

Daarnaast hebben we ook gezien dat het motto ‘we lossen alles op’, dat we de afgelopen eeuwen als overheid hadden, niet meer houdbaar is. We lopen tegen de grenzen aan van het watersysteem. Onder andere door klimaatverandering, maar ook door schaarse ruimte. De afgelopen jaren is het besef gekomen: niet alles is maakbaar. We zullen moeten leren leven met wateroverlast en droogte. Dit was ook de boodschap van de Beleidstafel wateroverlast en hoogwater in 2022. We moeten scherpe keuzes maken in het gebruik van de beschikbare ruimte. Welke ruimte is noodzakelijk voor maatregelen voor waterveiligheid, voor piekberging, voor het vasthouden van water, voor natuur en waar is ruimte voor bijvoorbeeld woningbouw of energievoorzieningen. En hoe kunnen we zo slim mogelijk combineren.

Voorbereidingen volgende fase

Belangrijke lessen en vraagstukken waar we de komende jaren onze tanden in zetten. Hoe we aan de slag gaan en waaraan we in welke volgorde gaan werken staat in het werkplan IRM 2024 – 2026. De stuurgroep stemde in met de aanpak. Wel hebben ze gevraagd om een duidelijke besluitvormingskalender en een duidelijker omschrijving van rollen en verantwoordelijkheden. Dat voegen we toe. Uit de gesprekken die we deze zomer voeren met de nieuwe minister van IenW, Barry Madlener, kunnen natuurlijk ook nog aanscherpingen komen. Mocht dit tot grote wijzigingen leiden dan verwerken we dat, in overleg met de stuurgroep, ook in het werkplan.

Ondertussen zijn we al druk bezig met de voorbereidingen voor de volgende fase. In het interview met Liesbeth in deze nieuwsbrief over het werkplan is te lezen dat de besluitvormingsstructuur niet wijzigt. Op ambtelijk niveau richten we de organisatie wel anders in. Nu het werkplan is vastgesteld, gaan we ook echt in de nieuwe organisatie van start. Het nationale programmateam start vanaf september. In een volgende nieuwsbrief stellen we de verschillende teamleden voor.

Inmiddels zijn Marco Taal en Ytsen Deelstra, binnen IRM goede bekenden, gestart met de coördinatie van de uitwerking van het rivierenbeleid (werkpakket A). En per 1 september starten twee mensen (coördinator en medewerker) met het vergroten van de slagkracht (werkpakket C), te beginnen met de stroomlijning tussen nationale programma’s. Voor de bemensing van de gebiedsuitwerking uit werkpakket B zijn ook al diverse toezeggingen gedaan door de partners. We gaan ervan uit dat we tegen het einde van het jaar in alle teams en werkgroepen op volledige sterkte zijn. Ook de Ambtelijke Begeleidingsgroep (voorheen kernteam) start na de zomer weer op in een regelmatige cyclus.

We hebben nog 1,5 jaar tot IRM belangrijke inbreng levert voor de herijking van de Deltabeslissing Rijn-Maasdelta en de Voorkeursstrategie Rivieren van het Deltaprogramma. We zijn daarom, tegelijk met het opstellen van het werkplan, al begonnen met diverse onderzoeken op het gebied van bodemligging, op het gebied van de afvoer(verdeling) en op het gebied van de ruimtevraag. Kortom, we hebben niet stilgestaan. Dat kan ook niet want de plannen voor de komende jaren zijn ambitieus.

Publicatie reactienota na de zomer

Met de instemming van het Programma IRM stemde de stuurgroep ook in met de reactienota. Hierin staan antwoorden op de zienswijzen die zijn ingediend toen het ontwerpprogramma eerder dit jaar ter inzage lag. De zienswijzen hebben in het concept definitieve programma geleid tot verduidelijkende teksten. De meeste zienswijzen zijn van toepassing op het vervolg van IRM en die nemen we daarin dan ook mee. Zoals in het participatieplan van onze nieuwe manager participatie en communicatie Sascha Oskam. Hoe we zienswijzen verder meenemen staat in de reactienota die wordt gepubliceerd na vaststelling van het Programma IRM door de minister. Indieners van een zienswijze ontvangen dan ook een brief met een verwijzing naar waar in de reactienota antwoord wordt gegeven op de zienswijze.

De grootste wijziging in de plannen voor het vervolg, die voortkomt uit de zienswijzen en het onafhankelijke advies van de Commissie mer, is dat we al in 2026 de beleidskeuze voor afvoer- en bergingscapaciteit zo ver willen hebben uitgewerkt dat er een nadere aanscherping van de (binnendijkse) ruimteclaim langs riviertakken en in riviergebieden mogelijk is. Er is grote behoefte aan duidelijkheid hierover. Dit hebben we in overleg met alle partijen naar voren kunnen schuiven.

Bedankt!

Met de afronding van het Programma IRM nemen we ook afscheid van diverse collega’s die voor én achter de schermen keihard hebben gewerkt aan de plannen. Het voelde op sommige momenten als een avontuur. Integraal samenwerken is op het niveau van het volledige riviersysteem nieuw. We hebben dan ook de nodige uitdagingen, pieken en dalen gehad en plannen en planningen moeten bijstellen, maar het is gelukt. Ik wil iedereen ontzettend bedanken voor alle inzet, de inspirerende gesprekken, het delen van kennis en het samen verder leren. Hopelijk treffen we elkaar opnieuw in de volgende fase. Maar eerst genieten van een welverdiende vakantie. Een mooie zomer toegewenst!

Marieke Hofstra, interim programmamanager IRM

Laatst gewijzigd: 18 juli 2024