Iets meer tijd om partners goed mee te nemen in ‘complex’ IRM
December nodigt uit tot een terugblik. Als ik als programmamanager van IRM terugkijk op 2022, dan complimenteer ik alle collega’s die keihard hebben gewerkt aan de toekomstplannen voor ons rivierengebied. Na de herijking van de bestuurlijke opdracht afgelopen maart, is in korte tijd een complete programma-organisatie neergezet. Met verschillende teams werken we aan het Ontwerp Programma onder de Omgevingswet (POW) voor IRM. Een prestatie van formaat: het is gelukt om op 1 december een ’50-procentversie’ van het ontwerp te bespreken in de stuurgroep IRM. Die gaf een go om het Ontwerp POW verder uit te werken naar een ’80-procentversie’, maar neemt graag iets meer tijd om de inhoud goed te doorleven.
We hebben een duidelijke koers te pakken voor IRM in ons Ontwerp POW, zo gaf de stuurgroep terug. Er was veel waardering voor al het werk dat afgelopen maanden is verzet. De stuurgroep wil graag meer tijd om de inhoud goed te doorleven en te bespreken met de ‘achterbannen’. Dat is nodig om tot zorgvuldige besluitvorming te komen. Concreet betekent dit dat we het Ontwerp POW niet in april, maar - zoals het er nu naar uitziet - wel voor de zomervakantie van 2023 klaar hebben.
Partners in het rivierengebied bijgepraat
We schrijven in het Ontwerp POW op wat we nú moeten doen om laagwaterstanden in de rivieren omhoog te brengen en hoogwaterstanden omlaag. Dat is behoorlijk complex en een grote klus. Deze ingrepen in ons riviersysteem zijn nodig voor hoogwaterveiligheid, voldoende zoetwaterbeschikbaarheid, bevaarbare rivieren, vitale natuur en bevordering van regionale ontwikkelingen.
Gezien die complexiteit is het dus heel goed om collega’s in het rivierengebied – landelijk, regionaal en lokaal – uitgebreid mee te nemen. Dat deden we ook op 14 december, tijdens een IRM-bijeenkomst in Den Bosch. Hier hebben we IRM-betrokkenen – landelijk, regionaal en lokaal – bijgepraat over het POW tot zover. Ook hebben we vooruitgekeken naar 2023 en zijn in gesprek gegaan over onderwerpen als integraal samenwerken en de programmering na vaststelling van het POW.
Lees en bekijk het (video-)verslag van deze dag.
Dagvoorzitter Karl Raats liet alle aanwezigen tijdens een aantal opdrachten ervaren dat momenten van ‘ongemak’ onvermijdelijk zijn als je bezig bent met complexe opgaven zoals IRM. Tegelijkertijd zijn die juist een voorbode van nieuwe inzichten.
Ook het gloedvolle betoog van de Brabantse gedeputeerde Hagar Roijackers staat me nog helder voor de geest. Zij benadrukte dat provincies aan de lat staan om de veelheid aan opgaven in het rivierengebied samen te brengen in onder meer de provinciale uitwerkingen van het Nationaal Programma Landelijk Gebied.
Riviergemeenten bijgepraat én waardevolle Praktijknetwerkdag
Ook hebben we op uitnodiging van de Vereniging Nederlandse Riviergemeenten met bestuurders van gemeenten in het rivierengebied in de taakgroepen Maas, Waal en IJssel gedeeld waar we tot nu toe staan en wat de betekenis is van de prioritaire gebieden die we in het POW vaststellen.
Natuurlijk blijven we ook leren van alles wat er al in het rivierengebied gebeurt. Zo was de IRM Praktijknetwerkdag op 2 november 2022 echt leuk en leerzaam. We namen een kijkje bij de IRM-pilot Midden-Waal (Willemspolder) waar uiterwaarden via ontgravingen tot natuur wordt gemaakt en we ook de rivierbodem gaan ophogen. De dag stond verder vooral in het teken van ervaringen op het gebied van publiek-private samenwerkingen. Begin 2023 gaan we weer op pad.
Nu actie én blijven aanpassen
Onze boodschap tijdens ontmoetingen met Rijk en regio is tweeledig. Na de eerdere IRM Bouwdagen en uit onderzoeken en pilots weten we echt veel beter hoe ons riviersysteem werkt dan een aantal jaren geleden. Zo is duidelijk dat we bodemerosie nú moeten stoppen en dat we de waterafvoercapaciteit moeten behouden én vergroten. In het Ontwerp POW schrijven we op hoe we denken dat het beste te kunnen doen.
We weten óók dat het rivierengebied niet helemaal ‘maakbaar’ is. We zullen moeten leren leven met droogte en wateroverlast, en we moeten ons de komende jaren blijven aanpassen aan de ontwikkeling van de rivieren en het klimaat. We gaan in kleine stappen de goede richting op en blijven monitoren hoe riviermaatregelen uitpakken, om zo nodig weer bij te stellen.
Dit maakt IRM spannend. Ook omdat mensen in het algemeen zekerheid zoeken en die graag willen vinden in gedetailleerde uitwerkingen. Terwijl we pas tot die uitwerkingen komen, als we na vaststelling van het POW gebiedsgericht aan de slag gaan. In deze nieuwsbrief vertelt Jette Eshuis die met haar team bezig is met de POW-onderdelen visie, beleidskeuzes en prioritaire gebieden, er meer over.
Integraal samenwerken: ook een vraagstuk
De wens om de inhoud van het Ontwerp POW goed te doorleven, gaat niet alleen om de impact van systeemmaatregelen.
In het POW staat ook een werkwijze beschreven voor hoe we straks gaan samenwerken in de gebieden waar we als eerste aan de slag gaan. We voorzien een groeimodel, waarin we stap voor stap de samenwerking ontwikkelen die past bij de complexe, samenhangende opgaven die we hebben.
De afgelopen periode hebben we diverse (ambtelijke) werkbijeenkomsten georganiseerd om ideeën voor de toekomstige werkwijze op te halen. Vervolgens zijn we hierover met de stuurgroepleden uitgebreid in gesprek gegaan tijdens een wat mij betreft zeer geslaagd, informeel diner pensant op 8 december.
Tijdens ons diner werd in elk geval duidelijk dat het harmoniseren van opgaven en programma’s, heldere opdrachten, duidelijkheid over eigenaarschap, onderling vertrouwen en goede financieringsafspraken belangrijke ingrediënten zijn voor een succesvolle samenwerking.
We zoeken onze samenwerkingspartners in het rivierengebied ook de komende tijd natuurlijk met regelmaat op. We werken op dit moment verder uit in welke vorm we de inhoud van het POW samen willen doorleven.
Extra (landelijke) bestuursovereenkomst
Ook buiten de directe IRM-partners trekken we de banden steviger aan, want we hebben de stuurgroep voorgesteld om niet alleen een bestuursovereenkomst te sluiten tussen Rijk en de direct betrokken provincies en waterschappen.
Ook koepelorganisaties als de Vereniging Nederlandse Gemeenten, het Interprovinciaal Overleg en de Unie van Waterschappen willen we vragen om hun handtekening te zetten onder de plannen. De riviermaatregelen die we voorstellen, hebben immers ook buiten het Maas- en Rijngebied impact. Denk bijvoorbeeld aan de zoetwatervoorraadbuffer voor heel Noord-Nederland in het IJsselmeer. De stuurgroep heeft gevraagd dit idee verder uit te werken voordat zij er een besluit over neemt.
Daarnaast werken we door aan de bestuursovereenkomsten met de direct betrokken provincies en waterschappen en voor de uitwerkingen per (prioritair) gebied. Omdat de inhoud van het POW leidend is voor de inhoud van de bestuursovereenkomsten en de gebiedsovereenkomsten pas worden ondertekend na formele vaststelling van het POW, hoeven die nog niet helemaal klaar te zijn bij het vaststellen van het Ontwerp POW.
Water en bodem sturend
Ondertussen gaan ontwikkelingen in Den Haag ook door. Over het uitstel van de Omgevingswet maak ik mij geen zorgen. Is die wet er nog niet als wij klaar zijn, dan brengen we het programma bijvoorbeeld onder bij het Nationaal Water Programma. Op de inhoud van het POW heeft dit geen effect.
Dan was er nog de brief waarin het kabinet schrijft dat water en bodem sturend zijn voor de inrichting van ons land. IRM is daarvan voor het rivierengebied al de eerste invulling en wordt daarom ook concreet genoemd in de brief.
Jan Willem Kamerman,
Programmamanager IRM
Kabinet trekt 287,5 miljoen uit voor gezondere wateren
20 december 2022
Het kabinet heeft 287,5 miljoen euro gereserveerd voor initiatieven die de kwaliteit van de grote wateren verbeteren. Het gaat om waterprojecten in en langs de Waddenzee en Eems-Dollard, het IJsselmeergebied, de Zuidwestelijke Delta en het Rivierengebied. Lees verder
Laatst gewijzigd: 30 januari 2023