Werkplan IRM 2024 - 2025 in de maak
Liesbeth Schipper was projectleider van het consortium Waterkracht dat de gehele totstandkoming van het Programma Integraal Riviermanagement (IRM) ondersteunde. Nu is zij kwartiermaker voor de eerste fase IRM en werkt aan een concreet, uitvoerbaar en gedragen werkplan voor 2024-2025. Dit werkplan is voorjaar 2024 klaar voor besluitvorming.
Voor wie jou nog niet (goed) kent … vertel!
“In het kort: ik werk vanuit de adviesgroep Strategie en Management bij Royal HaskoningDHV en ben nu trekker van het werkplan. Dat past precies bij mij, want programmamanagement is mijn vak. Mijn focus ligt op strategische, maatschappelijke samenwerkingen. Samen met collega’s schreef ik het boek ‘Gedeeld Eigenaarschap’ en ik zit in het bestuur van PGMOpen, een netwerk voor en door programmamanagers. Dat zegt al veel over hoe ik het graag aanpak: sámen!”
Wat is of wordt dat werkplan?
“In het Ontwerp Programma IRM staat al een routekaart waarin we hebben opgeschreven wat we de komende tijd te doen hebben om tot de drie zogenoemde uitvoeringsstrategieën te komen voor Rijn en Maas en op (inter)nationaal niveau. Het eindresultaat van fase 1 zijn die uitvoeringstrategieën, die we dan in fase 2 gaan uitvoeren. We weten nog niet hoeveel tijd we nodig hebben om de eerste fase af te ronden. In het Programma IRM staat dat we dit gefaseerd aanpakken met elke twee jaar een werkplan, met die hele eerste fase steeds in beeld. Dit eerste werkplan is dus voor de periode 2024-2025. Hierin komt te staan wat we precies gaan doen, hoe de programma-organisatie eruit ziet, hoe we ons werk monitoren en – heel belangrijk – ook een haalbare planning.”
In 2026 moeten ook de deltabeslissingen en de voorkeursstrategie Rivieren van het Deltaprogramma herijkt zijn. Hoe zit dat?
“Klopt. Deze mijlpaal staat ook in de routekaart. In ons werkplan komt te staan hoe wij daarnaar toewerken, welke informatie nodig is uit het rivierengebied en wat we kunnen opleveren aan het Deltaprogramma. Maar we leveren bijvoorbeeld ook informatie aan voor de Nota Ruimte en voor provinciale omgevingsvisies: een van de sporen in de routekaart gaat daarover. Welke ruimteclaim is nodig voor toekomstbestendige rivieren?”
De routekaart is dus het vertrekpunt voor het werkplan?
“Zo is het. In de routekaart staat nu op hoofdlijnen wat we te doen hebben om te komen tot die uitvoeringsstrategieën. In het werkplan schrijven we nu op hoever we daarmee de komende twee jaar kunnen komen. Sommige dingen kunnen we snel in gang zetten, zoals het regelen van de manier waarop we kunnen stoppen met ontgrondingen uit het zomerbed van de rivier. Voor andere passende maatregelen moeten we eerst meer weten. Denk aan nieuw onderzoek. We hopen ook veel te leren van de lopende projecten en vijftien IRM-pilots. Er gebeurt natuurlijk al heel veel in het rivierengebied.”
Waar gaat het dan over in de routekaart?
“Er staan vijf sporen in de routekaart. De eerste twee sporen gaan over wat we moeten doen om tot maatregelen te komen voor rivierbodemligging en sedimenthuishouding en voor afvoer- en bergingscapaciteit. De andere drie beschrijven hoe we komen tot een goed onderbouwde ruimteclaim voor de rivieren, voor een aanpak voor integraal en gebiedsgericht samenwerken en voor internationale samenwerking.”
Zijn de uitvoeringsstrategieën dan straks de programma’s voor de langere termijn, richting 2050?
“In het Programma IRM staat al wat de uitvoeringsstrategieën op hoofdlijnen in elk geval inhouden. In de nationale strategie staan bijvoorbeeld genoemd: een programma voor rivierbodemzorg, sediment en berging- en afvoercapaciteit, een doorlopende kennisagenda en wat nodig is om gebiedsgericht samen te werken. Denk aan spelregels, procedures en financieringsafspraken. In de uitvoeringsstrategieën voor Maas en Rijn gaat het om het maatregelenpakket op basis waarvan we projecten en activiteiten kunnen programmeren en financieren, in welke gebieden we die uitvoeren en ook hoe we gaan samenwerken.”
Hoe zit het met de rivierfuncties waaraan IRM wil bijdragen?
“Bij het maken van de uitvoeringsstrategieën kijken we hoe we zoveel mogelijk kunnen bijdragen aan waterafvoer, zoetwaterbeschikbaarheid en drinkwatervoorziening, natuur en ecologische waterkwaliteit, bevaarbaarheid en regionale economische ontwikkeling en ruimtelijke kwaliteit. En wat we daarvoor moeten doen als we de beleidskeuzes voor bodemligging en berging- en afvoercapaciteit uit het Programma IRM uitvoeren. Dit was natuurlijk ook al onze focus bij het maken van de routekaart.”
Terug naar het werkplan om tot uitvoeringsstrategieën te komen. Wie zijn daarbij betrokken?
“Wie precies weet ik nu nog niet, maar Rijk en regio maken samen de drie uitvoeringsstrategieën en dat betekent automatisch dat ook het werkplan maken een gezamenlijk proces is, onder regie van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. Dit betekent niet dat we alles samen dóen met iedereen. Maar wel dat we transparant zijn in wat we doen, dat we uitkomsten delen en dat er ook gelegenheid is om te reageren op wat we doen. In de werkgroep dat het werkplan maakt, zullen natuurlijk vertegenwoordigers van Rijk en regio zitten.”
Wie besluit over dit werkplan?
“De stuurgroep IRM blijft gewoon actief en die stelt het werkplan vast. Het is belangrijk dat alle partijen zich op voldoende niveau committeren. Dat zal in april 2024 zijn: die deadline staat, dus we zijn hard aan de slag!”
En, heb je er zin in?
“Zeker! Ik merk dat IRM de afgelopen tijd meer is gaan leven. Er ligt nu ook een basis met het programma IRM, waaraan we samen verder kunnen werken. En in de roadshow langs tientallen overheden, programma’s en organisaties, is IRM steviger op de kaart gezet. Dat schept ook verwachtingen en dat geeft mij energie. Mooi om de volgende fase in de steigers te zetten.”
Laatst gewijzigd: 27 november 2023